Basisprincipes
- We stellen dat elk kind verantwoordelijk is voor zijn eigen leer- en ontwikkelproces.
- We vinden dat een jongere nooit eenzaam mag zijn in zijn eigen falen of successen.
- Elk mens heeft een zone van naaste ontwikkeling en niemand heeft dus een leerachterstand.
- We stellen ons de vraag ‘wiens denkproces’ staat centraal?
- Voorkennis is essentieel voor het tonen van je eigen kennis en vaardigheden, zonder dat er een norm aan hangt.
- Voorkennis is géén onderdeel van de uitleg of instructie.
- Feedback is essentieel voor de ontwikkeling van het probleemoplossend vermogen.
- Reflectie is voor kinderen en jongeren alleen mogelijk als wij, als opvoeders, de juiste vragen stellen.
- Reflectie is niet mogelijk zonder een duidelijk beginpunt te bepalen (voorkennis).
- Je vat aan het einde van een les/interventie samen met kind/de jongere samen anders heeft voorkennis activeren de volgende keer geen zin.
- Evaluatie is noodzakelijk om je eigen werkwijze of product goed of juist af te keuren.
Om u een idee te geven wat er behandeld wordt in de training, een korte uitleg over de belangrijkste uitgangspunten per onderwerp. Voorkennis
- Activeer altijd voorkennis: haal het laatje open waar de nieuwe kennis in moet (niet zelf vertellen wat de vorige keer geleerd is).
- Pas op dat het géén onderdeel wordt van de instructie/uitleg.
- Iedereen kan zijn eigen kennis inbrengen zonder dat er al een externe norm aan hangt.
- Juist belangrijk voor de kinderen/jongeren die toch al moeite hebben met de lesstof, opdrachten of taken.
- Geen hulp, maar laat het de kinderen/leerlingen doen en wees tevreden met wat er aan kennis komt boven drijven.
- Geen tips, hulpzinnen, hints, hulpmiddelen etc.; laat hen praten, dan kunnen ze samen ontdekken wat ze weten: essentieel voor coöperatief leren.
- Laat aan het einde van een les/interventie de jongeren vertellen wat zij geleerd hebben en waarover zij tevreden zijn.
Belangrijk:
- Een kind mag zich nooit dom voelen tijdens het activeren van voorkennis.
- Een jongere heeft het recht op dat moment te laten zien wat zijn kennis is (zone van naaste ontwikkeling)
- Voorkennis activeren is heel belangrijk voor kinderen met faalangst, weinig zelfvertrouwen, impulsieve denkers, ADD, et cetera.
- Er is even géén meetlat van de begeleider of docent, heerlijk!!
Tbv de training een korte uitleg van reflectie Wat is reflecteren?
- Reflecteren betekent dat je jezelf een spiegel voorhoudt om stil te staan bij hoe je werkt, welke keuzes je daarbinnen maakt, welke vaardigheden je inzet en hoe dat voelt.
- Om als professionele begeleider/opvoeder bewust te kunnen leren van eigen werkervaringen is de bekwaamheid tot systematische reflectie essentieel. Onder reflectievermogen verstaan we de bekwaamheid om op een doelgerichte en gestructureerde wijze terug te blikken op een ervaring, daar conclusies uit te trekken en acties aan te verbinden voor toekomstig handelen.
Het doel van reflecteren is:
- je hebt grip op je eigen professionele leerontwikkeling
- je bent trots op deze ontwikkeling
Het stimuleert je om:
- doelgericht te leren jezelf binnen de kaders van je werk te ontwikkelen
- rendement van je inspanning te zien en te laten zien
- zichtbaar te maken wat je doet en wat de effecten daarvan zijn
- bewust om te gaan met eigen leerdoelen en acties
- effectief met jezelf en anderen om te gaan
Het reflectieproces is cyclisch. Elke cyclus bestaat uit vijf fasen.
- Er gebeurt iets tijdens het werk
- Terugblikken op die gebeurtenis en je bewust worden van je eigen wijze van reageren in de praktijk
- Belangrijke factoren in kaart brengen
- Alternatieve werkwijzen zoeken en kiezen (eventueel met behulp van anderen)
- Aan het werk gaan om deze uit te proberen
Als de cyclus is doorlopen ga je als het ware in een spiraalvorm omhoog. Met nieuwe leerdoelen en leerervaringen doorloop je weer dezelfde cyclus. Zo wordt fase 5 de nieuwe fase 1. En kom je steeds hoger in de spiraal van je eigen professionele ontwikkeling. Een begeleider/opvoeder die op deze manier systematisch reflecteert is een loopbaan-lang-lerende-begeleider/opvoeder geworden. Reflecties kenmerken zich door:
- een duidelijke relatie tussen leervragen, leerdoelen, leeractiviteiten en leerervaringen;
- een duidelijk beschrijving van de situatie;
- evaluatieve opmerkingen ten aanzien van eigen beleving, waarden en gedrag, zowel in positieve als in negatieve zin;
- evaluatieve opmerkingen ten aanzien van het effect op anderen;
- de eigen zoektocht naar oorzaken;
- de overweging van alternatieven en de verantwoording van keuzes;
- het aanduiden van leerpunten in competenties;
- de leerpunten zijn concreet en uitdagend geformuleerd met een relatie naar eigen kwaliteiten, valkuilen en motivatie;
- de plannen voor verandering en acties.
Het motto bij al deze kenmerken is: “Hoe concreter hoe beter!” Ondersteunende vragen bij het reflecteren zijn:
- Vooruitkijken onder het motto: ” begin met het eind voor ogen” • In welke situaties wil ik iets verbeteren? • Op welke competentie(s) wil ik me dan richten? • Wat vind ik belangrijk in deze situatie? • Wat wil ik leren? • Waarop wil ik letten in die situatie? • Wat wil ik waar uitproberen? • Welke activiteit ga ik ondernemen? Wanneer?
- Terugkijken onder het motto: “in leren bestaat geen mislukking, alleen feedback” • Wat is er precies gebeurd? • Wat is mijn inbreng of aandeel daarin geweest? • Hoe deed ik het? • Wat was het effect op de anderen ? • Wat is effectief geweest? Wat niet? • Wat heb ik geleerd? • Wat zijn belangrijke factoren om in de gaten te houden?
- Conclusies onder het motto: “chaos is het begin van leren” • Wat voor betekenis heeft dit voor mijn leerdoelen? • Wat is relevant voor mijn persoonlijk leren? • Tot welke nieuwe of anders geformuleerde leerdoelen leidt deze leerervaring?
De vervolg studiedag m.b.t. reflecteren gaat eveneens in op de wijze waarop we reflectiegesprekken effectief kunnen voeren met jongeren/kinderen.