Recht om te ontwikkelen, ongeacht je…… De zone van de naaste ontwikkeling (ZNO) is niet alleen een theoretisch concept, maar een grote wens van de deskundige om de ander samen met hem te laten ontwikkelen! Iedereen heeft het recht om vanuit zijn ZNO te ontwikkelen, om deze reden beweren wij dan ook dat kinderen/jongeren géén leerachterstand of ontwikkelingsachterstand kunnen hebben.
Aansluiten bij de Zone van de naaste ontwikkeling hoe te doen met groepen en individueel? Bij onze trainingen baseren wij ons op de theorie van het sociaal-constructivisme van o.a. Vygotsky. Tijdens deze ééndaagse training zal specifiek aandacht besteed wordt aan de Zone van de Naaste Ontwikkeling (ZNO) van Vygotsky. Niet alleen wordt de theorie uitgelegd, maar wat wij belangrijk vinden is dat u leert een kind te zien vanuit zijn mogelijkheden en talenten.
Wij willen graag een bijdrage leveren aan uw mensvisie en ontwikkelingsvisie. Wij verwachten dat deze kennis gevolgen heeft voor de wijze waarop begeleidingsplannen, ontwikkelingsperspectieven en handelingsplannen geschreven worden. Waarbij het kind/de jongere het gevoel krijgt een positief toekomstperspectief te hebben. Er bestaat volgens ons dan ook géén leerachterstand of ontwikkelingsachterstand. Wat zegt het hebben van een achterstand als je werkt op je eigen niveau binnen je eigen kunnen? Je hersenen geven toch aan wat je kan, mag je dat zomaar definiëren als een achterstand? Het is pas een achterstand als een kind/jongere niet zijn potentiële mogelijkheden haalt.
Ouders en het kind/de jongere hebben recht op te weten wat zijn/haar niveau is. Is het voor het kind en voor de ouders prettig om te weten dat hun kind een achterstand heeft of is het weten op welk niveau het functioneert voldoende? Met als resultaat dat er een positief toekomstperspectief is? Dus zullen we stoppen met opmerkingen als; “Hij heeft een leerachterstand van 3 jaar”? norm of individueel
Vygotsky was van mening dat: ‘De betekenis van een ontwikkelingsfeit afhankelijk is van het geheel aan contexten waarin dit feit zich voordoet: de persoon zelf, zijn verleden en toekomst, de omringende cultuur, de historische omstandigheden en de biologische evolutie van de menselijke soort’.
Vygotsky hield zich voornamelijk bezig met cultuuroverdracht en ontwikkelde een cultuurhistorische theorie. Onder cultuuroverdracht verstond hij de wijze waarop kennis, vaardigheden en ervaringen van volwassenen worden overgedragen aan kinderen. Deze cultuuroverdracht noemde hij mediatie. Een geslaagde cultuuroverdracht is essentieel voor de ontwikkeling van een individu. Vygotsky ontkende het belang van de intrinsieke (wens tot) ontwikkeling van een mens niet en nam dit mee in zijn theorieën. Hij was er echter van overtuigd dat het niveau van functioneren van een individu niet uitsluitend wordt bepaald door de aangeboren intelligentie, maar ook door de mate waarin deze aangeboren mogelijkheden geactualiseerd zijn.
Minimale mogelijkheden?
Daardoor is het bij iedereen mogelijk het functioneringsniveau te verhogen, ook al zijn de aangeboren mogelijkheden minimaal. De mate waarin dit gebeurt, is afhankelijk van de mate waarin het individu beschikt over en gebruik leert te maken van zijn cognitieve vaardigheden. Hoe meer dit het geval is, des te meer aangeboren mogelijkheden geactualiseerd worden en des te hoger het niveau van functioneren is. Het individu is hiervoor afhankelijk van zijn sociale omgeving. Vygotsky veronderstelde dat de (cognitieve) ontwikkeling van een individu plaatsvindt in de sociale context en legde de nadruk op de begeleidende rol van de volwassenen. Mensen, in het bijzonder kinderen, doen geen ontdekkingen die geheel nieuw zijn, maar doen ontdekkingen die al bekend zijn bij anderen. Opvoeders kunnen de ander helpen de kloof te overbruggen tussen wat hij op een bepaald moment zelf kan en waar hij, weliswaar met hulp, toe in staat is. Tegen deze achtergrond heeft Vygotsky de term ‘Zone van de Naaste Ontwikkeling’ geïntroduceerd. Deze zone heeft betrekking op de potentiële leermogelijkheden van een individu. Vygotsky benoemde twee zones: de Zone van de Actuele Ontwikkeling en de Zone van de Naaste Ontwikkeling.
Emiel van Doorn heeft op basis van de theorieën van Giddens de derde zone toegevoegd; de Zone van het Ontologische Veiligheidssysteem. Wilt u samen met ons voor de ontwikkelmogelijkheden van het kind/de jongere gaan en wilt u hem een positief toekomstperspectief geven?