De Zone van de Naaste Ontwikkeling (ZNO)

Heb je hoge verwachtingen
of
ben je tevreden met wat het kind/de jongere nu kan?

Contextualisme en sociaal constructivisme
Binnen de ontwikkelingspsychologie zijn meerdere wereldbeelden en mensvisies te onderscheiden. Mediërend Leren vindt aansluiting bij het contextualisme. Binnen het contextualisme wordt ervan uitgegaan dat de context (of de omgeving) waarin iets of iemand zich bevindt of iets tot stand is gekomen, van beslissende invloed op die- of datgene is. Deze omgeving en de bijbehorende sociale processen zijn binnen Mediërend Leren dan ook van essentiële betekenis voor de ontwikkeling van een mens.

Daarmee schaart Mediërend Leren zich onder de leertheorie van het sociaalconstructivisme: ‘Kennis wordt door ieder mens op een eigen wijze geconstrueerd, waarbij hij of zij sterk wordt beïnvloed door de reacties en opvattingen in de sociale omgeving.’ Bij Mediërend Leren wordt er door opvoeder en individu samen gekeken naar wat goed voor hem is in plaats van dat de opvoeder voor het individu besluit wat goed voor hem is.

De twee zones van Vygotsky en de toegevoegde derde zone
Een belangrijke wetenschapper binnen zowel het contextualisme als binnen het sociaalconstructivisme is Lev Vygotsky (1896-1934). Hij was van mening dat: ‘De betekenis van een ontwikkelingsfeit afhankelijk is van het geheel aan contexten waarin dit feit zich voordoet: de persoon zelf, zijn verleden en toekomst, de omringende cultuur, de historische omstandigheden en zelfs de biologische evolutie van de menselijke soort’.
Vygotsky hield zich voornamelijk bezig met cultuuroverdracht en ontwikkelde een cultuurhistorische theorie. Onder cultuuroverdracht verstond hij de wijze waarop kennis, vaardigheden en ervaringen van volwassenen worden overgedragen aan kinderen. Deze cultuuroverdracht noemde hij mediatie. Een geslaagde cultuuroverdracht is essentieel voor de ontwikkeling van een individu.
Vygotsky ontkende het belang van de intrinsieke (wens tot) ontwikkeling van een mens niet en nam dit mee in zijn theorieën. Hij was er echter van overtuigd dat het niveau van functioneren van een individu niet uitsluitend wordt bepaald door de aangeboren intelligentie, maar ook door de mate waarin deze aangeboren mogelijkheden geactualiseerd zijn. Carl Haywood wijst erop dat niemand alle aangeboren mogelijkheden aanspreekt en actualiseert. Daardoor is het bij iedereen mogelijk het functioneringsniveau te verhogen, ook al zijn de aangeboren mogelijkheden minimaal. De mate waarin dit gebeurt, is afhankelijk van de mate waarin het individu beschikt over en gebruik leert te maken van zijn cognitieve vaardigheden. Hoe meer dit het geval is, des te meer aangeboren mogelijkheden geactualiseerd worden en des te hoger het niveau van functioneren is. Het individu is hiervoor afhankelijk van zijn sociale omgeving.

Vygotsky veronderstelde dat de (cognitieve) ontwikkeling van een individu plaatsvindt in de sociale context en legde de nadruk op de begeleidende rol van de volwassenen. Mensen, in het bijzonder kinderen, doen geen ontdekkingen die geheel nieuw zijn, maar doen ontdekkingen die al bekend zijn bij anderen. Opvoeders kunnen de ander helpen de kloof te overbruggen tussen wat hij op een bepaald moment zelf kan en waar hij, weliswaar met hulp, toe in staat is. Tegen deze achtergrond heeft Vygotsky de term ‘Zone van de Naaste Ontwikkeling’ geïntroduceerd. Deze zone heeft betrekking op de potentiële leermogelijkheden van een individu.
Vygotsky benoemde twee zones: de Zone van de Actuele Ontwikkeling, de Zone van de Naaste Ontwikkeling. Emiel van Doorn heeft op basis van de theorieën van Giddens de derde zone toegevoegd; de Zone van het Ontologische Veiligheidssysteem.


Bron: Basisboek Mediërend Leren Floor van Loo en Emiel van Doorn, Hoofdstuk 4, isbn 91-894-6105-313-8

De zone van de Naaste Ontwikkeling I

De zone van de naaste ontwikkeling is de groeiwens van het kind/jongere.
Het mogelijk meest invloedrijke concept in de theorie van Lev Semjonovitsj Vygotsky is de ‘zone van de naaste ontwikkeling’
Deze kan worden gedefinieerd als het verschil in ontwikkelingsniveau dat het kind/de jongere zelf aankan en het niveau dat het aankan met behulp van een volwassene of een competenter leeftijdsgenoot.

Hij studeerde in 1917 af aan de Staatsuniversiteit van Moskou
Later bezocht hij het Instituut voor Psychologie in Moskou (1924-34), waar hij werkte aan onderzoeken over de cognitieve ontwikkeling van kinderen, in het bijzonder de verhouding tussen taal en het denken
Zijn publicaties benadrukten de rol van historische, culturele en sociale factoren in de cognitieve ontwikkeling en hij benadrukte dat de taal het belangrijkste symbolische hulpmiddel dat door cultuuroverdracht wordt verstrekt
Hij stierf in Moskou aan tuberculose op de leeftijd van 38 jaar, gelukkig zeer veel belangrijke publicaties nalatend.

Lev Vygotsky als representant van het sociaal constructivisme

De kern van Vygotsky’s theorie is de integratie van interne en externe aspecten van het leren (ook wel internalisatie genoemd) en de nadruk die de sociale leeromgeving speelt bij dit proces.
Volgens Vygotsky komt het denken van het kind tot stand door handelingen en taal van anderen bij te wonen en eraan mee te doen.
De inhoud van deze sociale interacties die hierbij plaatsvinden, wordt langzamerhand geïnternaliseerd.
Volgens Vygotsky is individuele cognitie van oorsprong sociaal.
De strategieën die een persoon hanteert, zijn de weerspiegeling van dezelfde strategieën die de persoon tijdens sociale interactief heeft waargenomen.
Verbalisering van het handelen speelt een belangrijke rol in het internalisatieproces.
Vygotsky hanteert de term “gereedschap” als middel van het kind om zijn handelen te reguleren.
De zone van de naaste ontwikkeling is niet alleen een theoretisch concept, maar een grote wens van de deskundige om de ander samen met hem/haar te laten ontwikkelen!
Lev Vygotskye ontwikkelde het idee van de zone van de naaste ontwikkeling (ZNO /ZPD), dat is de kloof tussen “de werkelijke ontwikkelingsniveau” wat kinderen zelfstandig kunnen volbrengen en de “potentiële ontwikkelingsniveau” wat kinderen kunnen bereiken als ze de interactie samen met peers of volwassenen aangaan, die beter in staat zijn de processen te volbrengen (op basis van ervaringen/kennis/ vaardigheden etc.)

De zone van de naaste ontwikkeling II

Cognitieve verandering (leren) vindt plaats in de zone van de naaste ontwikkeling. (Newman e.a 1989 noemen deze de constructiezone)
Jongeren/kinderen brengen hun ontwikkelingsgeschiedenis naar de zone van de naaste ontwikkeling, volwassenen zorgen voor de ondersteuningsstructuur.
Tijdens deze interactie delen zij cultureel bepaald gereedschap.
Uit deze interactie volgt leren, volgens Vygotsky.Terwijl het kind/jongere interacteert met zijn sociale omgeving, doet het ervaring op met mentale structuren van experts. (Feuerstein noemt deze activiteit een gemedieerde leer-ervaring.
ZNO Vygotsky afstand en groei StIBCO

Voor meer informatie over de Sociaal Constructivisme

Video met uitleg over de Zone van Naaste ontwikkeling

Literatuur
De literatuur over Vygotsky en zijn theorieën zijn voornamelijk in het Engels, er zijn veel artikelen en boeken over hem en zijn inzichten in het Russisch. Mocht je er in willen verdiepen is het een goed idee om ook naar Moskou of Sint Petersburg te gaan. De mensen van de bibliotheek en de universiteit zijn heel behulpzaam ook met vertalen.
Wilt u een volledig artikel ontvangen mail ons, klik op de volgende link artikel ZNO (denk om bronvermelding)


Boeken over van Vygotsky

Bronnen
• A Critical Analysis of Vygotsky and Piagets theory of Language learning, M. Akhtar, 9783656591566
• Artikel van TSM onderwijsconsult ea. TSM Consultants, (2009), Masterclass leren en instructie,
• Educational Psychologist, volume 30 , number 2, spring 1995
• Cultuur en cognitie, René van der Veer, isbn 9001-88560-8
• Henk van Faassen, Taalvisualisatie
• A Critical Analysis of Vygotsky and Piagets theory of Language learning, M. Akhtar
• How Childern learn, from Montessori to Vygotsky, L. Pound, Pratical Preschool, 978-1-90457-509-2
• Introducing Vygotsky, A Guide for Practitioners and Students in Early Years Education, S. Smidt, Routledge, 978-0-415-48057-4
• Studies on the History of Behavior, Ape, primitive ans Child, L.S. Vygotsky, A.R. Luria, V.I. Golod and J. Knox, 9780805810141
• Vygotsky, Cultuur en ontwikkelings, R. van der Veer, Boom isbn 90-5352-272-7
• The Vygotsky reader, R. van der Veer & J. Valsiner, Blakwell, 0-631-18897-5
• The Working Brain, An Introduction to Neuropsychology, A.R. Luria, 9780465092086
• Theories of Childhood, 2e edition, An introduction to Dewey, Montessori, Erikson, Piaget and Vygotsky, C.G. Mooney, Redleaf Press, 978-1-06554-138-9
• Vygotsky & The Social Formation Of Mind, Fv Wertsch, 9780674943506
• Vygotsky and Education, L. C. Moll, Routledge, 978-0-415-89949-9

• Vygotsky and Pedagogy, H. Daniels, Routledge, 0-415-23767-X

• Vygotsky at Work and Play, L. Holzman, Routledge, 978-0-415-65316-9
• Vygotsky in 21ste Centrury Society, advances in cultural historical theory and praxis with non-dominant communities, R. Portes &S. Salas, Peter Lang Publishing, 978-1-4331-1117-4
• Vygotsky in Action in the Early Years, The ‘Key to Learning’ Curriculum, Galina Dolya, 9780415552295
• Vygotsky on Education Primer, Robert Lake, 9781433113550

Artikel gemaakt door Emiel van Doorn 2018
Wilt u een volledig artikel ontvangen mail ons, klik op de volgende link artikel ZNO (denk om bronvermelding)